Hoe helpt een podotherapeut bij artrose?
Wist jij dat artrose de meest voorkomende reumatische aandoening aan ons bewegingsapparaat is? Ongeveer 1,5 miljoen mensen in Nederland hebben artrose. En nee, lang niet al die mensen zijn “boven een bepaalde leeftijd”. Ondanks dat artrose het imago heeft van een aandoening die veel voorkomt bij ouderen, komt het ook regelmatig voor bij jongere mensen. De gewrichten waarin artrose het meest voorkomt zijn de knieën, de heupen, de gewrichten in de nek en onderrug, de duim, de vingers en de grote teen. Podotherapie biedt verschillende methoden om artroseklachten, voornamelijk in de onderste extremiteiten zoals tenen, voeten, enkels, knieën en heupen, onder controle te houden. In dit artikel gaan we hier dieper op in.
Wat is artrose?
Artrose is een aandoening die het kraakbeen in je gewricht(en) aantast. De kwaliteit van je kraakbeen wordt minder: het wordt dunner, zachter en brokkeliger, dit heet kraakbeenafbraak. Soms gaat dit gepaard met een ontsteking in het gewricht en/of verandering van het bot direct eronder. Er ontstaan zichtbare knobbels aan de rand van je gewicht. Het komt ook regelmatig voor dat rondom de aangedane plek de spieren verzwakken en de pezen geïrriteerd raken. Artrose uit zich voornamelijk door pijn, stijfheid en moeite met bewegen. (ReumaNederland, z.d.)
Ondanks de inzet van ReumaNederland op onderzoeksvlak is het nog onbekend wat de oorzaak van artrose is. Wel heeft de organisatie verschillende factoren geïdentificeerd die invloed hebben op het krijgen van artrose, zoals: leeftijd, geslacht (artrose komt twee tot drie keer vaker voor bij vrouwen), overgewicht en gewrichtsbeschadiging in het verleden, bijvoorbeeld door een trauma of blessure.
Podotherapie bij artrose
Tot op heden is er geen behandeling die de gevolgen van artrose compleet wegneemt of remt. Academisch onderzoek gepubliceerd in medische vakbladen toont wel aan dat podotherapie pijn bij artroseklachten kan verminderen. Zo publiceerde ‘The Journal of Rheumatology’ een onderzoek naar de langetermijneffecten van podotherapie bij mensen met knieartrose. Uit het onderzoek bleek dat de deelnemers die podotherapeutische behandelingen kregen, significant minder pijn en beperkingen hadden in hun dagelijkse activiteiten na 18 maanden behandeling in vergelijking met de deelnemers die dit niet deden.
Podotherapeuten kunnen je helpen pijn te verlichten, stijfheid te verminderen en mobiliteit terug te laten keren. Het soort adviezen waar wij je van kunnen voorzien hebben betrekking op:
…manuele therapie voor het verbeteren van de beweeglijkheid in bepaalde gewrichten.
…analyse en eventuele aanpassing van je looppatroon en houding, dit noemen we gait retraining.
…kracht- en mobiliteitsoefeningen.
…het aanmeten van steunzolen om de voetstand te corrigeren, hierdoor kan de belasting op het aangedane gewricht verminderd worden.
…correct schoeisel eventueel met demping en de juiste ondersteuning.
…verminderen van druk op botuitsteeksels of knobbels door middel van vilt of tape.
…samenwerking met experts en zorgverleners voor een holistische aanpak.
Gait retraining
Gait retraining is het aanleren van een meer optimaal looppatroon om belasting op het aangetaste gewricht te verminderen en de loopefficiëntie te verbeteren. Uit onderzoek naar de effecten van gait retraining bij knieartrose, blijkt dat gait retraining leidt ‘tot significante verbeteringen in pijn en functie’, wat suggereert dat het een waardevolle interventie kan zijn voor het beheersen van symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven bij deze populatie. (Shull et al., 2013) Gait retraining kan er zelfs voor zorgen dat de progressie van artrose in de knie wordt verminderd. (Parkes et al., 2016)
Hoe werkt Gait retraining?
De podotherapeut voert een loopanalyse uit om jouw looppatroon in kaart te brengen. In onze praktijk maken wij gebruik van de Walk3D of Run3D technologie. Vanuit de analyse beveelt de podotherapeut aanpassingen aan over één of meerdere van onderstaande factoren die verbetering teweeg kunnen brengen binnen jouw looppatroon:
- Paslengte en pasfrequentie: Kortere en snellere passen kunnen de belasting op het gewricht verminderen.
- Voetplaatsing: Je voet(en) neutraal neerzetten kan de druk in het aangetaste gewricht wegnemen.
- Houding en balans: Goede houding en balans tijdens het lopen helpen de belasting op je gewrichten gelijkmatiger te verdelen, waardoor je stabiliteit verbetert en je comfortabeler loopt.
- Spierversterking: Sterke spieren helpen de belasting op het gewricht te verminderen en de functionaliteit te verbeteren.
Vervolgstappen
Vermoed je dat je artrose of een andere aandoening aan je gewricht(en) hebt, dan baat het om bij een arts langs te gaan voor een diagnose. Wij werken veel samen met Artrosekliniek Amsterdam, onze collega’s op het IJsbaanpad die gespecialiseerd zijn in conservatieve (niet-operatieve) behandeling van artrose. Als podotherapeuten focussen we ons voornamelijk op het verlichten van klachten en stellen wij in samenwerking met jou een behandelplan op die past bij jouw levensstijl.
Benieuwd wat er bij jou uit een loopanalyse naar voren komt? Boek dan een afspraak via onderstaande button of kom eind april bij ons langs tijdens onze screeningsdag! Deze ‘open dag’ staat volledig in het teken van wat we kunnen leren over voeten.
Deze maand delen we in onze miniserie oefeningen die waardevol zijn in het geval van artrose. Houdt dus onze social media en onze site in de gaten voor meer informatie.
Nog meer hierover leren? Lees dan ook de volgende artikelen:
Parkes, M.J., Callaghan, M.J., O’Neill, T.W., Forsythe, L.M., Lunt, M., Felson, D.T., & Hart, D.J. (2016). Effects of gait retraining in reducing medial compartment knee joint load – A systematic review and meta-analysis. Scientific Reports, 6, 29202.
ReumaNederland. (z.d.). Wat is artrose?. Van https://reumanederland.nl/reuma/vormen-van-reuma/artrose/
Shull, P.B., Silder, A., Shultz, R., Dragoo, J.L., & Besier, T.F. (2013). Effects of gait retraining on pain and function in patients with knee osteoarthritis: A randomized controlled trial. Journal of Orthopaedic Research, 31(1), 36-44.
