Waar let een podotherapeut op tijdens het onderzoeken van een sporter?
Welke sport beoefen je? Welke positie speel je? Laat je vaak de hond uit? Doe je fysiek intensief werk of zit je achter een bureau?
Hoe meer je op je voeten staat, hoe minder je voeten kunnen rusten. De frequentie en intensiteit waarmee je sport en werkt is voor een podotherapeut belangrijk om te weten. Zonder deze informatie kan een podotherapeut geen uitspraak doen over de impact van sport op jouw voeten, wat ze wel of niet aankunnen of mankeren en hoe zij jouw sportgerelateerde klachten kunnen verhelpen of voorkomen. In dit artikel lees je alles over wat een sportonderzoek bij een podotherapeut inhoudt.
Anamnese (ofwel: wat jij je zorgverlener kan vertellen over jouw klacht)
Voordat jouw podotherapeut een uitspraak kan doen, is het voor hen, en elke andere zorgverlener, belangrijk om een zo’n volledig mogelijk overzicht te krijgen van jouw klacht(en). Tijdens dit voorgesprek is het voor de podotherapeut belangrijk om informatie te verkrijgen over het ontstaan, het tijdsbestek en het verloop van de klacht.
Tijdens het opstellen van het behandelplan let de podotherapeut op de volgende factoren:
Welke sport beoefen je? Iedere sport wordt op een andere ondergrond gespeeld, het type schoeisel dat je draagt verschilt per sport en de soort bewegingen die je maakt verschillen.
Welke positie speel je? Bij een teamsport wordt er ook nog eens op gelet wat jouw positie op het veld is, in een doel staan vergt andere verzorging dan over een veld rennen.
Wat is je dagelijkse belasting? Buiten sport om beweeg je natuurlijk ook. De intensiteit en frequentie van bewegen is ook belangrijk om mee te nemen in het uiteindelijke behandelplan.
Hoe vaak en lang sport je? Je voeten hebben minder rustmomenten als je vaak en lang sport en worden op deze manier dus meer blootgesteld aan sportbelasting.
Op wat voor een ondergrond speel je? Buiten trainen op een veld heeft andere risicofactoren dan binnen in een zaal. De podotherapeut houdt hier rekening mee tijdens het opstellen van een behandelplan.
Palpatie en inspectie (ofwel: drukken, kijken en meten)
Palpatie houdt in dat de podotherapeut door middel van drukken met de vingers de pijnlijke plekken in de spieren, pezen, ligamenten of gewrichten signaleert. Daarna voert de podotherapeut een visueel onderzoek uit. Hierbij let die op de eventuele aanwezigheid van druk-/wrijvingsplekken, blaarvorming, wondjes, conditie van de huid (bijvoorbeeld de aanwezigheid van schimmels), verdikkingen op de voet(en) en roodheid.
Ook jouw voetvorm en voetstand worden geanalyseerd. De voetvorm wordt onderverdeeld in pes cavus (holvoet), ‘normale’ voet of pes planus (platvoet) (zie fig. 1). Daarnaast beoordeelt de podotherapeut ook de stand van de tenen en eventuele vergroeiingen. Voor de voetstand wordt gekeken naar het al dan niet inzakken van de enkel, dit noemen we valgusstand, neutraalstand of varusstand (zie fig. 2). Wanneer je een lengteverschil hebt in je benen kan dit ook leiden tot pijnklachten aan een van de benen of voeten.
Functieonderzoek (ofwel: wat kan je fysiek aan)
Tijdens het sporten maak je andere soort bewegingen dan je in het dagelijks leven maakt. Een podotherapeut onderzoekt of jij deze bewegingen (herhaaldelijk) aankunt of niet. Dit kan via een passief of actief onderzoek. Bij een passief onderzoek mag jij rustig op de behandeltafel blijven liggen, terwijl de podotherapeut de bewegingen bij jou maakt. Bij actief onderzoek ben je zelf in beweging en kan de podotherapeut je vragen dynamische bewegingen te maken die tonen hoe je beweegt tijdens het sporten. Deze bewegingen zijn in sporten anders dan in het dagelijks leven en verschillen ook weer per sport. De voet is nooit alleen in beweging. Het is onderdeel van de biomechanische keten. Daarom kijken podotherapeuten ook naar andere gewrichten zoals heupen en knieën en hoe zij reageren en acteren tijdens het sporten.
Schoeisel (ofwel: draag jij de juiste schoenen)
Het type schoen dat je draagt is vaak al binnen de sport bepaald. Bij voetbal draag je nauwsluitende schoenen voor beter balgevoel en noppen voor grip. Voor een wielrenner geldt dat je ruimte in de neus nodig hebt om verschuiving van de voet te faciliteren en dat de enkels niet bedekt zijn voor optimale beweging. Andere benodigdheden voor andere resultaten. Het loont het onderzoek om je huidige sportschoenen mee te nemen, zodat jouw podotherapeut kan “aflezen” wat de bewegingen zijn die je vaak maakt en waar de afwikkeling en wrijvings- en drukteplekken zitten.
Een podotherapeutisch onderzoek, zoals je in dit artikel hebt gelezen, bestaat uit meerdere factoren die eventueel invloed hebben op het ontstaan van jouw klacht. De stappen hierboven zijn specifiek beschreven om klachten van sporters te achterhalen en zijn onderdeel van een uitgebreider ‘standaardonderzoek’. Binnenkort organiseren wij een Screeningsevent, tijdens dit event staan wij paraat met onze verscheidene medische/technologische snufjes om jouw voeten snel te testen en te meten. Stop bij ons Voetenscan station om te leren waar jouw drukpunten liggen, doe een Run3D-test of laat nieuwe zooltjes aanmeten.
Houd onze socials, en je inbox, in de gaten voor meer informatie over ons Screeningsevent.
Literatuur
Janssen, I. (2022). Algemene aandachtspunten bij het onderzoek van een sporter. Voeten en sport (pp. 59–67). https://doi.org/10.1007/978-90-368-2765-2_6